‘Wat was Druk met Kunst onwijs leuk!’
‘De kinderen hebben allemaal gegutst en gedrukt. Ze vonden het gutsen moeilijk. Het drukken vonden ze heel erg leuk.’
‘Leuk, vooral de drukkerij!’
‘De leerlingen waren enthousiast. Ze vonden vooral het maken van de vragen in het museum leuk en de machines in de drukkerij.’
‘De volgende keer doe ik weer mee, erg leuk project!’
‘Vooral de drukkerij heeft veel indruk gemaakt.’